Les 3 : Informeren: jezelf en anderen op de hoogte brengen
"Knowledge is power" - Sir Francis Bacon
Dit zei Sir Francis Bacon ooit en jaren later had hij gelijk wel gelijk want er zijn grote mediabedrijven die zich enkel richten op het verzamelen van informatie. Een voorbeeld hiervan is de Facebook, een miljardenbedrijf dat informatie verzameld van iedereen over de hele wereld.
Inleiding
Tegenwoordig zijn er enorm veel bronnen, dit gaat van traditionele bronnen tot digitale media. Daarnaast worden ook veel officiële bronnen vervangen door digitale media, een goed voorbeeld hiervan is Wikipedia. Maar er zijn ook gevaren aan bronnen zoals digitale media. Het is voor de mens zo makkelijk geworden om zelf informatie toe te voegen dat je niet altijd zeker weet of de informatie wel betrouwbaar is. En als al deze informatie samenkomt is het best moeilijk om te weten welke informatie er nu wel en niet betrouwbaar is. Daarom hebben we tegenwoordig dus een overload aan informatie.

Wat is informatiegeletterdheid?
Om goed mee te draaien in de maatschappij moet je van alles kunnen. Je moet kunnen lezen, schrijven, rekenen, ICT vaardigheden hebben maar ook met informatie kunnen omgaan. Informatiegeletterdheid is een begrip voor de vaardigheden die moet bezitten om informatie te verwerven, verwerken en gebruiken.
Het is best belangrijk om informatie geletterd te zijn, want volgens een onderzoek in 2012 heeft 1 op de 7 volwassen heeft het nog moeilijk om informatie te verwerven, verweken en te gebruiken. Dit aantal zou moeten afnemen en daarom vind ik het ook belangrijk dat we dit leren tijdens de lessen mediawijsheid.
Volgens mij ben ik zelf wel informatie geletterd. Ik zorg altijd dat ik meerdere bronnen gebruik en ze vervolgens ook vergelijk zodat ik er zeker van ben dat ik betrouwbare informatie gebruik. De bronnen die ik het meest gebruik zijn bronnen van digitale media. Voor mij zijn ze het best bereikbaar en je vind meestal snel wat je zoekt.
Soorten van informatiebronnen
Je kan informatie indelen twee grote groepen:
- Primaire bronnen: rechtstreeks betrokken ( vb. een interview dat je zelf afneemt )
- Secundaire bronnen: niet rechtstreeks betrokken ( vb. iemand vertelt jou over dat interview )
Je kan ze ook nog op een andere manier indelen:`
- Geschreven bronnen ( vb. een boek )
- Ongeschreven bronnen (vb. een podcast (audiobestand) )
Als laatst kan je ze ook in verschillende categorieën opdelen:
- Persoonlijke bronnen ( vb. een zelfgeschreven boek )
- Bibliografische bronnen ( vb. catalogus )
- Databronnen ( vb. overzicht van het verbruik van lantaarnpalen geordend in rijen en
kolommen)
- Oriëntatiebronnen ( vb. handboek of encyclopedie )
- Overzichtsbronnen ( vb. rapport )
- Normaliserende werken ( vb. een vaktijdschrift )
- Digitale bronnen ( vb. database op internet of CD )
- ...
Iedereen kent Google, het is de bekendste zoekmachine die er is. Maar hoe is het zo bekend geworden? Dat vond ik best een interessante vraag en in deze les kwamen dit te weten.
Google is opgericht in 1997 door Larry Page en Sergey Brin. De naam Google komt oorspronkelijk van googol wat tien sedeciljard betekent. Dit een wiskundig getal dat het verschil aantoont tussen een enorm groot getal en oneindigheid. Maar door de spellingsfout van een medestudent is de naam veranderd naar Google. Dit vond ik zelf wel een leuk weetje uit de les.
Ik gebruik Google elke dag. Het is een enorm handige zoekmachine en hun database is zo groot dat er zo goed als alles op terug kan vinden. Maar ik gebruik Google niet enkel voor het opzoeken van informatie maar ook voor het bekijken van afbeeldingen, als gps (Google Maps), om filmpjes te bekijken op YouTube (eigendom van Google), enzovoort.

Zoekresultaten
Je zoekresultaten op Google worden bepaald volgens een bepaald algoritme. Een algoritme is een eindige reeks instructies die vanuit een gegeven begintoestand naar een beoogd einddoel leidt. Google gebruikt er zo'n 250 verschillende soorten, daarvan zijn er al 150 bekende maar nog 100 onbekende.
Eén van de belangrijkste hiervan is het "ranking algoritme". Dit algoritme bepaalde de "volgorde" waarin je antwoorden verschijnen en is dus erg belangrijk op commercieel gebied. Zo wilt een fietsenwinkel zo hoog mogelijk in je zoekresultaten komen als je naar "fiets kopen" zoekt.
Nog een belangrijk algoritme is het 'QDF-algoritme'. Dit algoritme bepaald dat de antwoorden op je zoekopdracht zo recent mogelijk zijn. Met andere woorden kiest het voor "hot-news". Een voorbeeld hiervan is dat wanneer je "Donald Trump" zal zoeken je geen filmpje van zijn overwinningsspeech zal krijgen maar dat er eerder recent nieuws over hem zal verschijnen.
Het algoritme dat iedereen wel kent is het algoritme dat spellingsfouten verbetert. Je kent het wel, je zoekt naar "Donalt Tump" en er verschijnt " Resultaten voor Donald Trump."

Je zoekopdrachten optimaliseren
Door geavanceerd te zoeken kan je je zoekresultaten filteren zodat je sneller zal vinden wat je zoekt. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- De taal waarin je zoekt ( vb. zoeken in het Engels of Frans )
- De regio erbij zetten ( vb. Antwerpen )
- De laatste update van de informatie ( vb. Augustus )
Daarnaast kan je ook nog werken met zoekoperatoren. Met deze kan je nog fijner zoeken om zo de juiste resultaten te verkrijgen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- Door het €-teken in je zoekopdracht te plaatsen kan je naar een gerichte prijs zoeken.
( vb. laptop €400 )
- Als je een # toevoegt zoek je gericht naar hashtags
- Door een + of - toe te voegen aan je zoekopdracht kan je bepaalde resultaten prefereren of
uitsluiten ( vb. smartphone - apple )
Door enkele van deze was ik best wel verrast. Zo wist ik bevoordeeld niet dat een + of - zoveel invloed heeft op je zoekopdracht. Sinds de opdracht in de les heb ik enkele van deze tips nog veel toegepast en dus hebben ze mijn leven wel vereenvoudigd.
Fake news
Fake news is een term die je vandaag veel tegenkomt in de media. Maar wat is fake news nu juist? Fake news zijn valse berichten en misleidende informatie die meestal via sociale media verspreid worden. Het belangrijk om op de hoogte te zijn van wat nu juist neonieuws is en wat niet. Dit kan je aan enkele dingen zien:
- Echt nieuws = professioneel, relevant, accuraat en eerlijk.
- Nepnieuws = verzinsels met commerciële en/of politieke doeleinden.
Als gebruiker moet je altijd kritisch zijn over wat je leest en dus niet zomaar blindelings alles geloven wat je ziet. Daarnaast is er ook nog een enorme grijze zone van van reclame, propaganda en slechte journalistiek die misschien lijkt op fake news maar dit daarom nog niet is.
Ik denk dat het enorm belangrijk is dat we op de hoogte zijn van wat nu juist fake news is. Op deze manier wordt het nieuws zo weinig mogelijk verspreid en zullen minder mensen erin geloven.
Onlangs zag ik op YouTube een leuk experiment in verband met fake news. Een kanaal genaamd "Yes Theory" liet anoniem een valse foto op de wereld los die vervolgens viraal ging. De foto bevatte een look-a-like van Justin Bieber die dwars een buritto at. De foto werd verspreid via sociale media en binnen enkele dagen tijd sprak iedereen erover. Het nieuws haalde zelfs enkele tv shows en radioprogramma's. Pas na een bepaalde tijd liet het kanaal een filmpje op de wereld los dat aangaf dat zij achter de foto zaten. Ik denk dat dit een enorm goed voorbeeld is van wat je wel niet kan bereiken met het verspreiden van fake news. Ik had de foto zelf ook gezien en geloofde ook dat het Justin Bieber was.
Mijn mening
In deze les behandelde we de competentie informeren uit het mediawijs competentiemodel. Ik vond dit aspect best wel interessant want het belangrijk om de juiste bronnen te raadplegen wanneer je op zoek bent naar informatie. Ik maak vooral gebruik van digitale bronnen en dan is het nog belangrijker om goed op te passen welke bronnen je verwerft, verwerkt en gebruikt.
Daarnaast vond ik het deel van Google ook enorm interessant. Het was leuk om meer te weten te komen over een zoekmachine die je elke dag minstens één keer gebruikt. Ook de verschillende tips waren voor mij erg handig want sinds de les heb ik ze nog vaak gebruikt.