Les 8: Verweren: risico’s verbonden aan media(gebruik) voor zichzelf en anderen beperken
In de vorige lessen leerden we de positieve kanten van het internet kennen. Zo leerden we bijvoorbeeld hoe we bronnen moeten gebruiken, ontdekten we de regels rond auteurs- en portretrecht en zagen we alle verschillende manieren om on te amuseren op het internet. Natuurlijk heeft het internet niet enkel positieve kanten, het is belangrijk om ook de negatieve kanten te leren kennen. Daarom leren we deze kennen tijdens de competentie verweren uit het mediawijs competentiemodel.
Gevaren van de media
De media telt vele gevaren de gevaren die we in de les hebben besproken zijn verslaving, grooming, sexting en cyberpesten. Hier zal ik enkel cyberpesten omdat ik hier zelf al ervaring mee heb gehad.
Cyberpesten
Cyberpesten komt in verschillende manieren voor, zo kan je bijvoorbeeld een beledigend/bedreigend bericht krijgen op Facebook, vervelende telefoontjes krijgen, iemand die een neoaccount van jou maakt of je kan uitgesloten worden in een groep.
Volgens Van Ouytsel & Walrave, 2014 is cyberpesten "Pesten via het internet en de smartphone".
Cyberpesten is heel gelijkaardig aan klassiek pesten. Zo is het ook herhaaldelijk, het is van lange duur, er is een machtsverschil tussen de pester en de gepeste waardoor de gepeste zich niet kan verdedigen en het doel van de pester is om iemand te kwetsen.
Maar waarom zouden mensen dan eerder cyberpesten als klassiek pesten? Om te beginnen is het mogelijk om anoniem te pesten. Je hoeft de persoon niet te confronteren en dit zorgt er ook voor dat de dader non stop kan blijven pesten. Daarnaast kan iedereen een pestkop zijn, het enige wat je nodig hebt is het internet of een telefoonnummer. Wat cyberpesten nog erger maakt dan gewoon pesten is dat het pesten zichtbaar blijft. Je wordt constant geconfronteerd met wat de pester stuurt en het verdwijnt niet. Maar wat cyberpesten zo gevaarlijk maakt is de moeilijke detecteerbaarheid. In de meeste gevallen hebben omstaande geen idee dat een persoon gepest wordt en daarom is het ook zo gevaarlijk. Meestal komen de omstaande het pas te weten wanneer het te laat is.
Slachtoffers
Cijfers van de slachtoffers
Als we enkele cijfers bekijken van de slachtoffers van cyberpesten in Vlaanderen is het al snel duidelijk dat cyberpesten het meeste voorkomt bij kinderen van het 6de leerjaar tot het eerste middelbaar. Vanaf het 2de middelbaar nemen de cijfers af. In het beroepsonderwijs (12%) wordt er het meest gedaan aan cyberpesten. Daarna volgt het technisch onderwijs (11%) en als laatst het algemeen onderwijs (9%) Daarnaast zijn meisjes ook vaker het slachtoffer van cyberpesten dan jongens.
Het slachtoffer zelf
Als we naar slachtoffers van cyberpesten in het algemeen kijken kunnen we stellen dat deze mensen veilig en verantwoordelijk zijn op het internet. Zo zullen ze bijvoorbeeld snel een vriendschapsverzoek van een onbekend persoon aanvaarden en hebben ze vervolgens ook nog chatgesprekken met deze personen.
Het medium
Er wordt het meest gepest via de sociale media. Dit komt volgens mij omdat het vaak makkelijk is op een persoon te kunnen bereiken. Je hebt geen telefoonnummer of adres nodig om hen een bericht te sturen. Daarnaast is de sms nog altijd een middel waarmee er veel aan cyberpesten wordt gedaan. Online games, forums, telefoongesprekken, e-mail, ... worden allemaal minder gebruikt dan sociale media en de sms.

Gevolgen van cyberpesten

Cyberpesten kan vreselijke gevolgen hebben. 75% van alle slachtoffers is "een beetje" tot "heel erg" gekwetst en dit gekwetst gevoel kan verschrikkelijk gedrag als gevolg hebben. Zo kunnen slachtoffers zich ongerust en hopeloos voelen, ze kunnen angst en stress hebben, ze kunnen andere mensen gaan wantrouwen en een laag zelfbeeld ontwikkelen. Het kan zelfs zo ver gaan dat ze zich gaan verminken of doen aan zelfdoding.
Daarnaast kunnen er ook psychomatische klachten voorkomen bij slachtoffers van cyberpesten. Psychomatische klachten zijn lichamelijke klachten die een psychische oorzaak hebben in de plaats van een lichamelijke oorzaak. Enkele van deze klachten kunnen hoofdpijn, buikpijn of slaapproblemen zijn.
Emotionele gevolgen
Wanneer je gepest wordt heeft dat een rechtstreekse invloed op je gedrag binnen en buiten de school. Zo hebben de slachtoffers gevolgen als het gebruiken van drugs, een slechte band met de ouders, een slechte verbinding met hun school en slechte schoolresultaten.
Meestal leidt gepest worden tot nog meer gepest worden. Zo wordt 65% van de klassieke slachtoffers ook nog digitaal gepest.
Hoe gaan de slachtoffers hier mee om?
Alle slachtoffers reageren verschillend op pestgedrag. Zo pest 17% van de slachtoffers de dader terug, 57% vraagt de dader om te stoppen, 57% praat erover met een vriend of vriendin en 60% blokkeert de pester technische maatregelen. Nu zal je waarschijnlijk opvallen dat de procenten samen meer dan 100% vormen. Dat komt omdat de meeste slachtoffers niet een actie ondernemen maar meerderen.
Dader
Cijfers van de daders

Als we enkele cijfers bekijken van de daders bekijken, kunnen we stellen dat de meeste daders 14 tot 15 jaar oud zijn. Vanaf 16 jaar neemt het pestgedrag af. In het beroepsonderwijs hebben 25% van de leerlingen al eens gedaan aan cyberpesten. Daarna volgen de studenten van het technisch onderwijs (16%) en de minste daders zijn te vinden in het algemeen onderwijs (8%). Als laatst zijn jongens vaker daders dan meisjes.
De dader zelf
Daders spenderen vaak veel tijd op het internet. Daarnaast is het best wel opmerkelijk dat zij net zoals de slachtoffers risicovol gedrag vertonen op het internet. Zo zullen ze bijvoorbeeld persoonlijke informatie posten, wachtwoorden doorgeven en met onbekenden chatten.
Motieven van de dader
De daders van cyberpesten hebben verschillende motieven. Dit is een lijst van veel voorkomende motieven die de daders van cyberpesten hebben:
Afreageren
Wraak nemen
Plezier
Verveling
Sociale positie verzekeren
Jaloezie
Respect van vrienden winnen
Nieuwe identiteit (uitproberen)
Anoniem
Niet vrezen voor gevolgen
Gemakkelijk (geen confrontatie)
Het slachtoffer is 'anders'
Wetgeving
Er is geen directe wetgeving rond cyberpesten. Daarom kunnen de daders van cyberpesten hier ook niet voor beoordeeld worden. Ze kunnen wel veroordeeld worden voor verschillende andere daden, namelijk:
- Het bezorgen of overlast toebrengen van schade door middel van elektronische middelen
- Belaging of stalking
- Eerroof, beledigingen, afpersing, hacking, ...
Cyberpesters worden niet vaak veroordeeld. Ze worden eerder begeleid zodat ze op de hoogte zijn van welke gevolgen en zullen stoppen met pesten.

Advies voor slachtoffers
Om ervoor te zorgen dat je niet gepest kan worden kan je enkele maatregelen nemen. Enkele van deze maatregelen zijn de privacy-instellingen veranderen op je Facebook of een ander sociale media account. Hoe minder onbekende mensen van je kunnen zien hoe beter. Enkel de mesen die je vertrouwd moeten toegang hebben tot je informatie. Geef daarom ook nooit je wachtwoorden door aan andere mensen, lokaal vertrouw je hen ermee. Het is ook belangrijk dat je er zelf niet voor zorgt om gepest te worden. Denk daarom na over wat je post op je account.
Als je andere met respect behandelt zal je zelf ook met respect behandeld worden, dit werkt langs twee kanten. Als je dan toch gepest wordt is het belangrijk dat je dit melden, hierdoor kan je de pester laten stoppen.

Mijn ervaring met cyberpesten
Ik heb voor dit deel van de les gekozen omdat ik zelf ook al een ervaring heb gehad met cyberpesten. Toen ik voor de eerste keer in het middelbaar terecht kwam was ik best wel bang en verloren. Een nieuwe school was best eng, nieuwe lessen, nog geen vrienden, les krijgen in een grotere stad. Door al deze nieuwe dingen had ik het best wel moeilijk om me aan te passen.
Toen ik voor de eerste keer in de klas terecht kwam had ik een klein conflict met een andere jongen. Er waren een paar grove woorduitwisselingen maar de dag erna leek alles al weer opgelost, of dat dacht ik toch. Na een week kreeg ik enkele berichten van een onbekende nummer. Ik had geen idee van wie de berichtjes waren, het begon met enkele scheldwoorden. Hier antwoordde ik niet op want ik had geen idee van wie ze kwamen, maar na een tijd ging het om persoonlijke dingen zo wist hij waar ik op school zat, in welk dorp ik woonde en hoe ik naar school kwam. Na een tijd kreeg ik het vermoedde dat het de jongen was waar ik ruzie mee had gemaakt op de eerste dag. In persoon deed hij erg vriendelijk tegen mij maar vanaf ik hem niet zag veranderde hij in een cybermonster.
Na een tijdje ging het verder dan enkel schelden. Hij bedreigde me en zei dat hij me zou opwachten aan aan de Lierse vest. Dit ging voor mij te ver dus ik melde het bij de directie. Zijn telefoon werd gecheckt en hij was degene die de berichten had gestuurd. We praatte erover en vreemd genoeg zijn we nu nog altijd goed bevriend.
Mijn mening
Om mediawijs te zijn moet niet enkel de goede kanten van het internet onder de knie hebben maar je moet ook de negatieve delen van het internet kennen. Op deze manier kan je pas echt veilig en juist handelen op het internet. Daarnaast denk ik dat het erg belangrijk is dat leerlingen kennis hebben over cyberpesten. Cyberpesten is iets vreselijks en het kan enorm zware gevolgen hebben. denk daarom na voordat je iets stuurt of post. Zou jij dit zelf wel leuk vinden? Pas als al deze vragen positief zijn is het oké om toe te passen.